Afwastijd, gewoon afwassen; zittijd, gewoon zitten; rijtijd, gewoon rijden; spreektijd, praat gewoon; looptijd, loop gewoon. "Dat is alles.
Afwastijd, gewoon afwassen; zittijd, gewoon zitten; rijtijd, gewoon rijden; spreektijd, praat gewoon; looptijd, loop gewoon. "Dat is alles.